Een beetje kenner van de maffe klassiekers kent dit getal. Nooit gedacht dat wat ik ooit voorlas* op school en waar mijn klasgenoten verschrikkelijk om moesten lachen nu een onderdeel van de ballotage commissie zou worden.
Inmiddels heb ik vervangende woonruimte gevonden. En hoe! Het enige waar ik wat minder blij mee was was de bemiddelend makelaar. Een menneke waar ik persoonlijk na de eerste keer handenschudden wat iebelig van werd. Daar schrijf ik van de week nog over, want ik en makelaars, blijft toch een weird verhaal elke keer.
Affijn, na de omzwervingen via kamersites, rondjes bellen en zoeken was er na een eerste ‘Hee.. die zou wel kunnen” een reactie van mij op een kamer. Ligt mooi op de bestaande woonwerk lijn, dus eens rond gekeken. Na de eerste indruk (Een negert die uit de woning kwam en dronken tegen een auto aan klapte) leek het op zich wel wat. Woon/Werk wordt mooi stukje korter, en de plaats kende ik uit een heel ander verleden al. Na de eerste reactie en een kijk-moment zouden we snel kunnen schakelen. Na wat vaag ‘de huurder is er niet’ dingen van de makelaar kwam via het nieuwsbriefje (die sukkels hebben nog nooit van opt-in gehoord) er een andere mogelijkheid voorbij.
Eentje die op de eerste foto’s te maf voor woorden is. Een voormalig pension in een villa. De ruimtes zijn inmiddels aangepast voor kamer verhuur en zodoende eens kijken. De eigenaar (die zelf ook in het pand woont) is er bij. Er lijkt op het eerste gezicht een klik te zijn op level prettig-gestoord en we maken de eerste afspraken. De makelaarkwezel is er weer bij als we voor de tweede keer contact hebben om de kamer over te dragen. Er worden wat foto’s gemaakt en uiteindelijk is de sleuteloverdracht er. Planning : aanstaand weekend word de kamer gewit en de week erop via de Ikea voor bed en kast meuk wordt de kamer een nieuw woonverblijf.
En terwijl we daarover wat overleggen wordt het tijd voor de verborgen ballotage commissie. Een kop koffie wordt me aangeboden en ondertussen komt een van de andere huurders door de gang omdat ie wat wil eten. Ik wordt voorgesteld aan B. Geen Huilie B, zo zal later blijken.
B is een muzikant, tikje stekeblind en heeft een gezond cynisch gevoel voor humor.
Als hij uitlegt dat hij op de eerste verdieping woont wordt dat aangevuld door de eigenaar “Dan heeft ie het beste uitzicht. Heeft ie recht op. ” Waarop B onverstoorbaar verder gaat “Ik heb zelfs een balkon, een grote van 4 meter. ” “Jep, ook mooi uitzicht, heeft alleen geen spijlen. ” is de aanvulling. Ik kijk het komisch duo wat aan die beiden onverstoorbaar aan de koffie zitten. “Eh.. jij ziet geen donder en je hebt op één hoog een balkon zonder reling of spijlen?” “Ja, en een stok. Daarmee gaat het dusver best goed.” Hij heeft op een cruciaal punt een matje neergelegd ‘zodat ie op het matje geroepen kan worden’ en daarmee weet hij wanneer het tricky word.
B blijkt ook van koken te houden. Als ik ‘m vraag of dat met hitte en pannen gaat grijnst ie “Meestal wel, ik vind het zelf ook wel eng af en toe. ” Als oplossing laat hij het vlees bij de slager alvast in blokjes snijden en roerbakt ze dan. Gebruik van een oerdegelijke zware vleespan doet ook wonderen. ‘Vlees omdraaien wordt hogelijk overschat als je het mij vraagt.”
Tijdens de koffie komen de andere bewoners ter sprake. H. is een revaliderende jonge vent na een auto ongeluk en helemaal bovenin woont een Chinese student. Studeert management. Als ik cynisch antwoord “Yeah, right, hier in deze plaats.. Vast een communistische spion.” De eigenaar veert op “Verrek, dat is precies wat B ook zei. “ We ginnegappen wat over vermeende spionnen en samenzwerend gaat de deur al wat dichter.
Tijdens het eten waarvoor B. naar beneden kwam duikt ie opeens het filosofische in. “Wat is het antwoord op het leven, het heelal en de rest?” Zonder er bij na te denken zeg ik met een slok koffie “42, maar ik heb geen idee wat de vraag is.” De beide mannen schieten meteen in de lach. B vraagt overdonderd aan de eigenaar of ‘jullie het er al over gehad hebben?’ “Nee, Den komt net aanwaaien en we zitten hier even koffie te drinken en de zaak af te sluiten, over 42 enzo hebben we het nog niet eens gehad.”
Na de koffie en het aanpakken van sleutels en papieren weer naar het werk. Op de een of andere manier heb ik een gekkenhuis gevonden waar ik me thuis ga voelen.
* = het stuk waarin de vogoniër-commandant uit eigenwerk wil voordragen en beschreven wordt hoe bij het voorlezen van een andere vogoniër dichtkunst de eigen darmen een toehoorder wurgden zodat deze verder leed bespaard bleef.
Het transgalactisch liftershandboek, onderdeel van de enige 4-delige trilogie, te koop via bijvoorbeeld Bol.com
Oort zoekt soort?
BTW. Ik wil toch wel een foto van dat beruchte balkon zien, schitterend 😀
Ah.. plek voor je zelf.
Van harte! Betekend dit dat er uitgenodigd kan worden?
Wel typisch dat jij zoiets vind, zeker als je de beschrijvingen van je huisgenoten leest, @FF inderdaad ‘soort zoekt soort’