Het is toch even slikken. De laatste dagen van 3 weken verlof. Verlof waarin ik een hoop gedaan, geleerd en vooral veel gelezen heb. Negen boeken zijn gelezen (waaronder recent materiaal zoals Nina (over Nina Brink) Bernhard, “een meisje voor dag en nacht” maar ook ouder materiaal zoals Poppenkast, Mahmoud Ahmadinejad; de nucleaire sfinx van Teheran, Een heerlijke nieuwe Wereld (undercover reportages van Günter Wallraff), De Gruweldaden van seriemoordenaars (veel van geleerd trouwens Huilie B.), een pil van Clancy: “Uitstel van Executie”. Nog twee tassen staan klaar om gelezen te worden.
Ondanks de vakantie toch ook drie keer gesport, valt me dan ook niets tegen. Door het mooie weer de afgelopen dagen weer voor het eerst ‘naakt gereden’ (zonder normale kleding in het motor pak en bovenal: normale handschoenen in plaats van de dikke winterhandschoenen en geen bivak meer op) en genoten. Heerlijk direct contact met de plok en de omgeving.
Frederique heeft de afgelopen winter echt veel te veel te incasseren gehad met alle kou, zout en omstandigheden, dus een afspraak gemaakt met een locale Kawasaki dealer. De dichtstbijzijnde is nog steeds een dik halfuur hier vandaan, maar alles is beter dan de slechte ervaringen met een dichterbij gelegen motorzaak die ondanks totaal onbegrip van motoren zich nu ook nog merkdealer mag noemen.
De afspraak is gemaakt met de zaak, en na een rondje om d’r heen gelopen te hebben komen we uit op een wat langere reparatie als standaard dus ik krijg een leenmotor mee. Het is tijd ook dat ze eens goed verwend wordt. Ze loopt af en toe wat hoesterig, heeft nieuwe schoenen nodig, nieuwe remmen, filters, sappen etc etc. D’r kop rammelt wat door de vering dus die word ook onderhanden genomen, en er zit nog wat foute afstap schade rechts. We spreken af dat ze vandaag gebracht kan worden. Ze zorgen ervoor dat ze deze week vertroeteld wordt en weer tip top in orde wordt gemaakt.
Als ik haar vanmorgen start loopt ze soepel, en het voelt heerlijk om d’r brede kont achter me te voelen. Als we weg rijden zoeft ze zachtjes over de keien in de weg. Gas gaat open en ze duwt de kont omhoog en duwt me naar voren en nadat we de dorpsgrenzen uit zijn vliegen we over de weg. De wind giert om ons heen en zwevend gaan we naar de zaak een dikke 30 km verder op. De meters geven toeren, brandstof en temperatuur aan. Ook daaraan zal ze geholpen worden zodat we weer beter zicht op de zaken hebben.
Als na enige tijd het blok warm is wordt het rammelen in het blok wat zo karakteristiek voor d’r is minder, en gaat het over in een snorren van het blok. En dat klinkt ondanks d’r volume lief. Aan alles merk je wat voor gewicht en vermogen in d’r zit.
Als we bij de motorzaak zijn regent het pijpenstelen en ga ik de winkel in. De jonge knul achter de balie moet zijn verlegenheid overwinnen en spreekt me aan. Met een knettervet lokaal accent. Ik vertel dat ze voor een beurt komt (zucht zij wel.. snif) en hij geeft aan dat ik maar even “achterom” moet met d’r. Met een lichte tik springt ze weer aan en rij ik haar naar achteren. Ik geef de sleutels af en we spreken nog even de diverse dingen door die gedaan moeten worden. De werkplaats is ruim en overzichtelijk en geeft me het gevoel dat ze hier in goede handen is.
Dan komt het tweede slik moment. Omdat er een leenmotor klaar staat had ik zo wat spullen in een tanktas gedaan en vraag welke motor ik mee krijg. Stiekem hoop ik een gtr1400 maar dat zal nog een lange tijd een droom blijven, ook al heeft ie er een te koop staan en “waar nog wel wat af gaat, hij staat al een winter“. De jongen met het accent loopt naar een Yamaha en probeert ‘m aan te krijgen. In de stromende regen pruttelt ie wat en als hij de choke open zet gaat ie los. Plok plok plok pruttel splut hoest roggel en weer uit.
Onzeker kijk ik naar het ding. Visioenen waarbij ik en mijn nieuwe motor pak over de A1 of andere snelwegen wordt uitgesmeerd schieten door m’n hoofd. “Gaat ie dat redden ?” De jongen neemt me in ogenschouw en ik zie ‘m m’n gewicht schatten. “Jaweh, da’ ding hef d’n hel’n winter o’k é lope’n” “Ja, m’n gewicht gaat ie wel redden, maar de afstanden ? Ik moet elke dag zo’n 200-300 km rijden.” “Oh ..” valt ie stil en draait zich om. Hij trekt de deur van de werkplaats open en roept “Hey, die Yamaha, die kan toch ôk op de snelweg, o’nie ? Dat rette toch wèh ?” “Jaweh” klinkt het geruststellend achter een motor vandaan gevolgd door de rook van een sigaar van een van de monteurs “Meuj niet te snel wil’n, maar ie kan’t wèh” “Platliggen wil ook helpen” vul ik in gedachten aan.
Tja.. er zit ook niet wat anders op. Ze heeft die beurt nodig en weer met de No Service tegen een godsvermogen is geen optie. Ik pak de tanktas over en ga op het zadel zitten. Kut.. geen benzinemeter. De jongen merkt dat wel meteen op en zegt, wijzend op de benzine kraan “Asse inhold, meuh dissen effe draoien noar reserve, en dan assebliksem tanken”
In de regen start ik ‘m. Hij schiet meteen aan, maar da’s ook niet zo verwonderlijk. Die ene cilinder is nou wel warm. Hortend en stotend rij ik weg, en stoeiend met de richting aanwijzer die niet voldoende terugkoppeling geeft pruttel ik naar de provinciale weg. Ik geef plank gas en heeeeeel rustig komt ie bij. Doorschakelen, grotver, het lijkt wel een dipswitchje, zo dicht zitten de versnellingen op elkaar. Het windscherm zit ongeveer met een pootje vast, de andere poot rammelt enthousiast. De wind buldert om me heen. Mwhah.. hij loopt toch maar merk ik aan de rukkende wind en gat wat ontspannender zitten. Als ik op de snelheidsmeter kijk rij ik 50… Het voelt als 100 met die wind om me heen. Fuck.. 50, da’s 30 minder als toegestaan. Hup gas er op. Ik merk aan de fiets dat ie zich aan het wegdek voorttrekt, en ik zie de snelheidsmeter opkruipen. Tikje erbij, 55, volume van de wind neemt toe. Meer gas, 65 nu schud het windscherm alsof het uit elkaar trilt. Meer, en ik overweg plat te gaan liggen. Tegemoetkomende motorrijders steken de handen op. Aarzelend steek ik mijn hand op, niet zeker over wat er gebeurd. Het valt me niet tegen, fiets blijft ongeveer de geplande lijn volgen en we gaan inmiddels 80. Dat loopt weer iets terug als ik rechtop ga zitten en vol de wind vang. Roffelend komen de volle 400cc onder me tot leven en ondanks het feit dat ik al zeker 5 minuten vol gas rij versnel ik nog steeds. Diesel rijden voor motorrijders zeg maar.
Hangend aan de gashandel weet ik na ca. 3 km (tellertje op 0 gezet) ongeveer 100km/uur te rijden. Dan moet iets harder ook kunnen, maar dat haal ik niet. Niet doordat de motor het niet red maar omdat er een verkeerslicht aankomt. Mwah, 100 km/uur das niet super maar het maar.
Thuis gekomen tank ik de motor meteen af, geen idee wat ie met verbruik doet. Als de motor achter het huis staat realiseer ik me as. maandag wat me te wachten staat… Eerst een dikke 115 km naar het werk, en ’s avonds sporten. En ik moet dus op de motor sportspullen, laptop en kleding meenemen, dat past nooit.
Frederique, ik mis je nou al!
[…] in orde : voor een beurt: Koerhuis (ook voor motoren die meer als 100 km/h kunnen ) staat voor volgende week dinsdag […]