Als gevolg van de voortdurende kou en de invloed daarvan op de wegen en schijnbaar bij mij intredende benul rijd ik sinds afgelopen maandag met de trein. Die NS dingen. En het gaat ‘m niet worden. Nu niet, in het verleden niet en in de toekomst ook niet.
Het hele OV systeem is per definitie gedoemd om te mislukken of in elk geval niet niet dat succes nummer te worden wat onze overheid zou willen.
Maandagavond voor de eerste keer terug naar huis. Afstand met de plok ca. 100 Km, reisduur onder normale omstandigheden ca. 1:15 / 1:20 uur. Van bedrijf naar achterdeur. Geen rare fratsen, gewoon rijden, genieten en af en toe wat frisser.
Maandagavond.
mazzeltje, ik kan op het station wat ca. 4 km van kantoor is worden afgezet. Dat scheelt me ca. 20 minuten bussen. Klok loopt vanaf ca. 1710-1715 uur. Ik kom uiteindelijk om 19.45 aan thuis. Dat wil zeggen ruim 2,5 uur over 100 km. Dat is 40 km*h-1, voor een prijs waarvoor ik met de motor anderhalf keer heen en terug kan.
Dinsdagochtend.
Opstaan om 0535 uur, opstart ritueel en lopen naar station om ca. 0610 uur. Klaar staan om de trein van ca. 0630 uur te hebben. Na ruim 20 minuten wachten wordt omgeroepen dat door wisselstoringen er vertraging is. Dat weet ik, de trein had me nu namelijk al op het eerste overstapstation moeten afzetten. Door deze 20 minuten vertraging (die later dus ruim 30 minuten wordt omdat de orginele trein dus uitvalt) wordt mijn vertraging nu met een uur vergroot. Dus geen aankomst om 0815 uur maar om 0915 uur, omdat de bus maar één keer uur rijdt. Vanaf een station op een doorgaande lijn.
Als ik uiteindelijk op het eerste overstap station instap weet ik een plekje te vinden. Op een tweezitter nestel ik me, mp3 speler gepast zachtjes en wat dommelen. Dan op het tweede station stapt een vrouw in. Ze drentelt door de wagon en twijfelt of ze op een vrije 4 zitter zou gaan zitten. Nee, liever een tweezitter en na wat zoeken ben ik de gelukkige. Ze gaat verwachtingsvol naast me staan. Mijn dopjes uitdoend kijk ik haar aan. “Moet u zo breed zitten?” vraagt ze licht verwijtend. “Frust, jij hebt niet geneukt vannacht” denk ik gepast in hokjes en vooroordelend. Ik ook niet trouwens maar ik zit al zonder commentaar. “Hoe bedoeld u ?” vraag ik naar de bekende weg. “Nou u zit nogal breed” herhaald ze haar eerdere verwijt. “Oh, sorry, wellicht kunt u mij vertellen hoe ik minder breed moet zitten.” zeg ik te vriendelijk. De coupe valt stil. “Wat bedoelt u? ” vraagt ze verbaasd. “Nou, u constateert terecht dat ik breed zit. Ik ben echter zo breed, maar u kunt mij dus ongetwijfeld vertellen hoe ik minder breed moet gaan zitten” zeg ik uitnodigend. Ze zegt niets en gaat naast me zitten. Duwt haar schouder tegen de mijne en zet me klem tussen haar en de rand van de coupe. Duwt nog eens. Kijkt me aan. En staat op en loopt weg, en gaat alsnog op de eerder afgekeurde vierzitter zitten. Elke keer als ik haar blik kruis kijkt ze weg.
De rit eindigt op Amersfoort in plaats van het geplande station. Door de wachttijd van een uur op het andere station kan het uit om een erg lekkere Cappuccino (“Een capu mobi, to go alsjeblieft“) bij Coffee United aan het station te scoren en alsnog met een bus de route weer op te pikken. En dan alsnog met minder vertraging aan te komen.
Dinsdagavond.
Weer word ik gematst en op het station afgezet. Luisterend naar Youp van het Hek op de mp3 speler jagen twee intercity’s de sneeuw op. Mijn trein komt aan en ik kan tot het eindpunt zitten. Dan heb ik ca. 8 minuten overstap tijd en zou ik in theorie om 1915/1920 uur thuis kunnen zijn. De treinrit gaat lekker. Zo dommelend en mensjes kijkend kom ik aan op het eindpunt, althans, bijna. De conductrice roept om dat “er geen beschikbaar perron is. We zullen even moeten wachten. ” Met ongeveer nog 600 meter treinreis staan we stil. Tiktaktiktaktik sijpelen mijn overstap minuten weg. Als we op het perron aankomen heb ik nog één minuut om mijn trein te pakken. Met een sprint schiet ik het perron over, trap af, weer op, en jawel…. Hij rijd net weg. Tot op de seconde schijnbaar. Vloekend in mijn hoofd kijk ik wanneer de volgende gaat. Dertig minuten. Ik struin wat rond en daar komt de trein aan. Ruim een kwartier te vroeg staat ie klaar op het perron. De deuren gaan open en we stappen in. Lekker opwarmen. En dan de vertrek tijd. Komt. En gaat. De minuut daarna ook, en de andere minuten daarna ook. Uiteindelijk vertrekt deze trein die ruim op tijd op een niet bezet perron aankwam ruim 8 minuten te laat. Geen reden, domweg staan en te laat. Een schril contrast met de welhaast maniakale punctualiteit van de voorganger. Uiteindelijk ben ik om iets voor acht uur thuis. Totale reistijd bijna 3 uur. Gemiddelde snelheid ca. 34 km*h-1
Woensdagochtend.
Nadenkend over de Cappuccino pas ik de aanrij route aan. Via Amersfoort naar het werk. Weer een Cappuccino scoren en dan met de bus. Het grappige is het soort mensen wat vaak de trein neemt. Je kan ze herkennen. Vaak zijn het semi verantwoorde alternatieveling. Geen jasje dasje mensen, die zitten in de eerste klas. Nee, de maatschappelijk kritische treinreiziger. Leest Trouw of De Volkskrant, heeft een rundleren tas, een dikke sjaal over de jas, en leren laarzen met een soort derde wereld motief. Ze kijken mij licht geïrriteerd aan als ik mijn oordopjes in doe, maar ritselen vol overgave de krant van pagina na pagina in de stilte coupe. De rit op zich viel reuze me, en tot mijn verbazing zag ik een oud medescholier van heel vroeger op het station in Amersfoort. Ze herkende me niet en ik was verbaasd om te zien dat ze voor de NS werkte. Weer een Cappuccino gekocht en met de bus. Wat je in het OV wel hebt en niet op de motor is ongegeneerd mensjes kijken en gesprekken volgen.
De rit van zeg 0610 uur tot 0840 uur staat weer niet in verhouding tot wat ik met de motor zou doen, ca. 40 km*h-1
Woensdagavond.
Weer gematst dus wat winst. Aanvang reis om ca. 1715 uur en aangekomen omstreeks 1930 uur. En op station Amersfoort vertraging. Als goedmaker roepen de conducteurs om dat ze geen kaart controle doen, maar wel langslopen om vragen te beantwoorden. Lekker, had dat eerder besloten dan had ik met beduidend meer korting kunnen reizen 😉 Tegenover me zit een vrouw waarvan ik wel meer zou willen weten. Tegen de 40, met een zwik tassen en boodschappen. Ik schat haar in op een alleenstaande moeder, vermoedelijk een tatoeage en oogt als een felle bliksem. Ondanks haar felle blik en stoer voorkomen krijg ik als ik voor haar opsta zodat ze de trein kan verlaten een zeer betoverende glimlach toegeworpen.
Samenvattend mijn ervaringen tot nu toe. De gemiddelde reissnelheid is iets meer als paard en wagen, ik betaal me scheel voor treinen die niet op tijd rijden en ik kom meer onder de mensen dan ik kan handlen. Ik voel me klem gezet door de schema’s die NS en de busmaatschappijen opleggen maar zich zelf niet aan houden. Mijn reistijd is in 3 dagen van 2,5 uur per dag naar 5-6 uur per dag gegaan en ik ben niet zo flexibel als vroeger. Ze zijn zo gevoelig voor kleine invloeden dat je je kan afvragen of je als bedrijf je personeel aan zo’n leverancier zou willen bloot stellen. De arbeidstijd die verloren gaat kan niet worden verhaald of wat dan ook.
Morgenochtend?
tja.. Frederique staat nog op kantoor dus ik moet met de trein. En morgen avond? Dat hangt van het weer af, maar als de wegen weer normaal begaanbaar zijn is het rijden op de plok zeker weer van toepassing.
Frederique?? Grinnnn..
Joh, hang wat gasbranders aan de plok en handvatverwarmers. Bejje overal vanaf! 🙂
Met gasbranders red ik het ontdooien van de weg niet. De gladheid is de enige reden om niet te rijden. De temperaturen zijn door de brede schouders van Frederique goed te doen.