‘Kan je me helpen met een brief, jij hebt toch juridische dingen en zo en ook met de politie?’ vraag ie me als ik in de keuken zit te eten.
‘Wat voor brief?´ Ik grinnik in gedachten al voor wat er komen gaat. Op de een of andere manier is het hier altijd net wat anders dan je verwacht.
Hij loopt weg en komt met een wat voddig papier aan. Ik scan de tekst en zie data uit 2010 staan, iets van een officier van justitie en twee weken hechtenis en een week voorwaardelijk. Teken datum 2013.
Ik herken het als een aanzegging vonnis. Verrek..
“Hoe kom je aan die brief?” “Ik heb niets gedaan!” is het bijna automatische antwoord. “Rustig, ik ben geen politie, ik veroordeel niet. Hoe ben je aan die brief gekomen? Je moet een politie agent gesproken hebben. “ Even twijfelt ie.
“We reden rond, ik reed niet! En toen werden we aan de kant gezet. Zomaar.” “Laat me raden, jij moest ook je papieren laten zien, die werden in de politieauto gecontroleerd en even later moest je de auto uit en werd je meegenomen naar een politie bureau zeker.” Hij kijkt me aan alsof ie me er van verdenkt dat ik er bij was.
“Ja. En toen kreeg ik dit papier.” “En daar heb je natuurlijk voor getekend? Kopietje van dat papiertje ook nog meegenomen?” Nee.. natuurlijk niet. Die vent neemt niets mee waar je wat mee kan bewijzen. Of het nou in zijn voordeel is of niet.
Ik kijk naar de teken datum, ruim een maand voor dat ik ‘m in handen krijg. “Ik zal morgen bellen, maar het ziet er naar uit dat je in hechtenis genomen gaat worden, voor een week wat ik zo snel lees.” “Snap ik niet, kan ik die hechtingen dan niet betalen dan?”
“Eh, nee, niet echt. Dit soort hechtingen zijn van het type zitten in de gevangenis.” Hij kijkt me aan. Vloekt een beetje en zegt “Maar, ik heb die bekeuring allang betaald.” “En daar heb je natuurlijk een bewijsje van? Iets van een papier waarop staat dat jij op datum X bedrag Y hebt betaald en waar je dat betaald hebt?” Nadenkend zegt ie “Ik heb bij het groene kruis betaald, cash. ” “Het groene kruis?” Dat blijkt een soort van politiepost te zijn vlak bij een apotheek verder op. “En jij weet ook nog wanneer?” Dat blijkt allemaal net te ver weg te zijn. Datum weet ie niet, bedrag niet en ook de agent zou ie vermoedelijk niet herkennen.
“Klootzak. Denk toch eens na.” scheld ik. “Ik zal morgen bellen en kijken wat ik voor je kan doen.”
Op kantoor bel ik met de rechtbank in Arnhem. “Goedemorgen, u spreekt met Den, ik bel namens X, geboren 1990, en zaaknummer Y” De man aan de andere kant trekt het dossier erbij. “Wat kan ik voor u doen?”
Ik leg uit dat er een vonnis aangezegd is en dat de brief onduidelijk is. Ook dat er volgens mijn ‘client’ geld betaald is voor de boete. “Mhhmmm.. ik kijk even, maar ik zie geen transactie voorstel voor deze zaak.” Dat zou me ook verbazen, aangezien ik weet dat voor 107 WvW 1994 meestal meteen een gevangenisstraf wordt opgelegd. Als ik doorvraag over die week voorwaardelijk zitten grinnikt ie. “Eh.. dat lees je fout. Hij moet in totaal drie weken zitten.” “Drie weken?” herhaal ik verbaasd en meteen schieten de jongens op de afdeling in de lach. “Jij bent lekker aan het helpen! Denk je één week te scoren moet ie er uiteindelijk drie zitten. Wat ga je zeggen ‘Meer kon ik er echt niet van maken?””
Dat hoort de man van de rechtbank ook, en schiet ook in de lach. “Let op: die vent van je heeft in februari 2010 een keer zonder rijbewijs rond gereden en is gepakt op een brommer. Daarvoor heeft ie in eerste instantie een week voorwaardelijk gekregen. “ Ah… er gaat me een lichtje branden. “Ik snap ‘m, en in april 2010 is ie weer gepakt maar toen met een auto. En nou kan ie .. ” “Dus de volle mep zitten” maakt de man van de rechtbank af.
“Wat hebben jullie als betekenis datum staan?” “Moment..” “Drieentwintig april.” “Shit, dat is ruim over de verzet mogelijkheden heen.” foeter ik. “Ja, even kijken, nee, da’s al meer als vier weken terug.” Grotver.
“Ok, en staat ie al op een ophaal lijst bij jullie?” “Nee, hij zal eerdaags papieren van ons krijgen, daar moet hij echt op reageren. Anders komen we een keer langs. ” “Ah, en da ’s altijd op zo’n moment dat je nog wat aan je dag hebt zeker?” “Ja, best wel. Voor het donker is is er al een hoop tijd verstreken. ” “Ok, ik ga vanavond iemand minder blij maken. “
Ik incasseer nog even de ‘opbouwende’ ondersteuning van de jongens van de afdeling die de grootste lol hebben over een actie die minder uit pakt.
Als ik thuis ben sla ik zwemmen over om mijn ‘client’ de oren te wassen. In de gang kom ik ‘m tegen en ik jaag hem de keuken in. “Verrekte klootzak.” “Watskebeurt?” Met grote ogen kijkt ie me aan. “Jij bent goddomme twee keer gepakt voor rijden zonder rijbewijs, lulhannes. “ Even denkt ie na, twinkelt wat met de ogen “Oh.. ja. Eh nou..” “Ja, oh ja en nou.. “ echo ik, “Eikel. Je hebt je adres niet goed doorgeven waardoor je bij verstek in 2010 al veroordeeld bent, en nog twee keer ook. En omdat je altijd onder de radar wil blijven heb je dus nou en geen verzetsmogelijkheden meer en moet je drie weken zitten. “
Zijn ogen worden groot “Drie?” “Ja, drie. Een week is een voorwaardelijke straf. Dat houdt in dat je iets niet moet doen. En wat doe jij? Jij laat je goddomme een dikke twee maanden later hier in de straat door de politie klem rijden. Ook zonder rijbewijs. Dus twee weken plus die ene die je al had staan. Drie dus.”
“Oh.”
Hij gaat zitten en kijkt me aan. “Hoe moet dat nou met mijn CV dan ?” “Dude, je bent een vluchteling, met een tijdelijke werkvergunning, je zit vaker zonder werk dan met en je hebt in nederland geen opleiding gedaan. Ik denk dat drie weken zitten nog het minste probleem in je CV is.”
Als ik wat doordenk realiseer ik me dat drie weken ook nog wel als ‘vakantie’ te boeken is. Legio drankrijders doen dat ook als ze alsnog de bak indraaien voor een korte periode.
“Je moet je alleen wel realiseren dat als je op de man af gevraagd wordt of je een strafblad hebt je dit eigenlijk wel moet melden. Maar ik vraag me af of de omgeving waarin jij werkt werkgevers serieus naar dit soort dingen vragen. “ Hij kijkt me aan “Oh, dat regel ik wel.” “Tja.. daar was ik ook niet bang voor.”
Ik leg ‘m uit dat ik vanaf nu alle post die ie krijgt wil zien. Indachtig de vlotte gang die de politie hier nogal eens heeft aan huis en ik dan steevast de deuren kan openen wil ik een beetje van mijn slaap zien te redden. Hij belooft plechtig dat ie dat zal doen.
En nou maar afwachten. We zijn een dikke week verder maar ik heb nog steeds geen post voor ‘m gezien. Het zou me niets verbazen als ie straks alsnog ‘opgehaald’ gaat worden.
Commenteer