Vanochtend in dichte mist vertrokken. Overal zie je motorrijders driftig de vizieren vegen om zicht te houden. Af en toe zelfs een sukkel in een auto die geen verlichting voert. De dijk op, en op de tast rijden. Vlak na een dorp gooit een vent z’n net-niet-busje er voor maar het komt me dit keer goed uit. De mist is zo dicht dat ik af en toe slingerend tussen de belijning door moet en ik kan me nu veel makkelijker op de achterlichten concentreren.
We pruttelen de stad door en al snel ben ik op de snelweg. Vette mist wordt afgewisseld met steenkoude maar kraakheldere stukken. Terwijl ik normaal als er mist is juist de mist koud ervaar, is het nu met de heldere stukken zo. Vlak voor Stroe grijpt de GPS in: een file waarschuwing en ik moet eraf.
Met de TMC test nog steeds in gedachten volg ik braaf. Bij Stroe duik ik de bij wegen op en als je in Nederland eenmaal van de snelwegen af bent is het toch met mist, bossen etc. prachtig om te zien. Een kip met een ego groter als de mijne staat midden op de weg als ik er langs wil. Houding straalt helemaal uit dat ik hier de minste ben, grinnik.
Een paar kilometer verderop, waarbij ik zo af en toe toch in de buurt van de snelweg ben ben ik klaar met file vermijden, want de snelweg rijd alweer door, en ik kan door de mist niet soepel genoeg rijden. Met een rare dubbele U-bocht wordt ik weer richting snelweg gedirigeerd. Een van de U-bochten gaat letterlijk over een boeren erf, waar op een paal een buizerd zit. Die zit wat ingedommeld met de kop ingetrokken en je ziet ‘m schrikken “Verrek, volk, da’s vroeg..” Loom wiekt ie weg.
Vlak voor de snelweg gaat het dan toch bijna fout. Ik kom van op een T-splitsing van rechts de weg op om links te gaan, en heb voorrang. Ter plaatse niet bekend hou ik de snelheid laag, zeker gezien de mist. En dan ineens op nog geen 20 meter van me af, flitsen links ineens koplampen op. Een schooltaxi jaagt met een veel te hoge snelheid over de weg. Ik rij al iets op de weg waar ik links heen wil, maar kan dus niet terug. Vol remmend op de natte en gladde weg pulseert ineens mijn voorrem. “Toe dan.. sta dan stil…. ” bid ik.
“Ah.. ABS ingreep, en dus een langere remweg“, schiet door m’n kop met het trillende stuur in de handen. Recht voor me is een maisveld waar een greppel voor zit en is dus geen optie, ik ga al links en de enige mogelijkheid is dan gas geven en nog meer links hangen. Terwijl ik links wegjaag wacht ik op de inslag van de bus, die gevoelsmatig niet eens geprobeerd heeft te remmen. Als ik gas geef en overeind kom en de klap uitblijft realiseer ik me dat ik zojuist m’n eerste ABS ingreep heb gehad.
Dit had ik toch liever onder meer gecontroleerde omstandigheden gehad. Terwijl ik dit zit te typen en de spierpijn om het stuk titanium in mijn schouders van het zwemmen voelbaar is realiseer ik me dat ongeveer twee jaar geleden onder bijna dezelfde omstandigheden m’n eerste motorcrash plaats vond. Ook remmen op een natte weg waarbij een auto ineens meer rechten meende te hebben en er dan een blokkade optreed.
Alleen nu lag ik niet op de grond, met een tomtom in de oren die zei terwijl ik op m’n rug lag “U gaat niet goed, keer om.“, nu reed ik weg, zonder schade. Het zullen je kinderen maar zijn die je aan zo’n taxi toevertrouwd.
Commenteer