Over de heere Jezus ?”
Een te net gekapte man met een duidelijk zenuwachtige prepuberale zoon spreekt me zaterdagmiddag in de stad aan met deze vraag. Een ongunstiger ogenblik had niet gekund voor hem. Indachtig de nieuwe SIRE reclame dat we vooral aardiger met elkaar moeten omgaan kijk ik de man aandachtig aan.
Op dat moment heb ik een dikke 50 km door de kou gereden met Frederique, die de rit van afgelopen vrijdag niet helemaal zonder kleerscheuren had doorstaan. Doordat een onderdeel het begeven heeft (indachtig de luie klpd’ers die meelezen vertel ik niet welk onderdeel) wil ik eens kijken of ik dat onderdeel makkelijk kan vervangen. Uiteraard is er in de wijde omtrek geen serieuze motordealer die heeft wat ik wil, dus eens kijken of er een alternatief is.
Dat is er niet, en ik loop inmiddels in een motorpak al ruim een uur voor Jean Penis door de stad. Bij elke winkel waar ik een poging deed wordt ik of naar een motorzaak verwezen of kan ik gretig een dikke portomonee trekken. Tevens onbedoeld een setje ouders van een geestelijk gehandicapte met spasmen over de zeik geholpen dus de sfeer zat er goed in.
Klaar met alle “Ja, maar deze is ook handig” of “Tja, eh, ik zou dan toch bij een dealer kijken” en “Deze is niet speciaal voor motoren, dus of ie het houd weet ik niet” slenter ik door de centrale winkelstraat. Bakker Bart zit verderop en daar heb ik eigen variant op de Italiaanse Bol belegd op het oog. Daarheen lopend spreekt deze man me aan.
Ik schat hem een jaar of 40/45, dus iets ouder als ik ben. Zijn zoon is rond een jaar of 12-13 en straalt iets uit van “Ja maar pap, ik heb niet zo’n zin hierin” en probeert door op de beide benen te wiebelen warm te blijven. Hij wil me een vraag stellen over Jezus, maar ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat ie a) meer met de neus in de bijbel zit dan ik doe en b) dat ie iets jokkebrokt en me wat wil vertellen over Jezus in plaats van vragen.
Ik heb een aantal strategieën als dergelijke straat kwezels me lastig vallen. Voor straatverkoop heb ik standaard twee tegenvragen “Is het gratis?” en/of “Krijg ik sex?” In deze situatie werkt dat voor geen meter. Aan de ene kant : het is gratis, en aan de andere kant die man scoorde op geen enkel punt opwindend voor mij dus ik zie vrijwillig van de sex af. Ergo het tegenscriptje werkt niet naar behoren, en ik sta vast.
De andere strategie is dan overbluffen met kennis. Nou weet ik het een en ander over de bijbel, Jezus en hoe het boek en zijn verhalen tot stand zijn gekomen, maar ik had een donkerbruin vermoeden dat deze door een beduidend intensievere bestudering had gedaan dan ik.
De laatste strategie is een duur record zetten. Daarmee heb ik in een wat grijs verleden al eens een vrolijke Jehova bij de veter mee gehad. Nadat meneer had aangebeld nam ik een stoel mee naar de deur en met mij zittend op de stoel hebben we zo ongeveer een anderhalf uur gepraat over het geloof en aanverwante zaken. Dit bleek overigens een lerende Jehova te zijn, de keer er op had ie zo’n leunstoeltje meegebracht, en klapte ie die uit nadat ik het gepsprek was aangegaan. Mij op zo’n manier bij de poot hebben is dan wel een kop koffie waard.
Mijn opties afwegend (zoals daar zijn: ik iets pissig in een warm motorpak, een joch wat het duidelijk koud heeft en wat aan motivatie mist, en een vader die het blije woord komt doen maar niet zo dik ingepakt is als ik ben) ga ik voor een combi. Beetje kennis in de rationele hoek en volhouden. Mijn pak is dikker dan het zijne.
Als ik aangeef overtuigd atheist te zijn en wellicht niet de meest ideale gesprekspartner ben voor dit moment over dit onderwerp ziet hij alleen maar mogelijkheden.
Binnen twee zinnen is de here Jezus gepasseerd en wil ie het over de bijbel hebben. Als ik aangeef een probleem te hebben met een blind geloof in een boek wat a) ca. 200/300 jaar na het overlijden van Jezus is geschreven gebaseerd op verhalen en van horen zeggen getuigenissen, b) waar eerst door allerlei ‘wijze’ mannen is bepaald welke onderdelen delen van die bijbel mogen uitmaken en dus ook welke niet, c)de meest cruciale vertaalfout uit de geschiedenis is gemaakt (het vertalen van het aramese woord voor mens in man in plaats van mens(man/vrouw) waarmee een groot begin is gemaakt met het systematisch achterstellen van de vrouwen in deze wereld in naam van een godheid of overtuiging, pareert ie dit niet maar duikt in een scriptje.
Hij blijft stug volhouden dat getuigenissen net zo waar zijn als echte wetenschappelijke bewijzen. Sterker, ze worden zelfs in de rechtszaal gebruikt en zijn dan doorslaggevend. Ik schets een voorbeeld waarbij ik in deze plaats door een flitspaal te grazen wordt genomen, maar dat ik een setje vrienden vol overgave in de rechtbank laat getuigen dat ik op dat moment in bijvoorbeeld Amsterdam op de Dam heb gezeten. Schoorvoetend geeft ie toe dat in dat geval het technische bewijs doorslaggevend zal zijn. Slinks brengt ie het onderwerp dan op de herijzenis van Jezus en dat dat zo inspirend is geweest voor hem. Ik kijk ‘m aan en vraag waarom hij dat inspirerend heeft gevonden. Hele films zijn aan dit onderwerp besteed en heten dan horror, en het hele verhaal van de herijzenis in drie dagen is inmiddels in veel religies die bestaan een item en je kan aantonen dat het gestolen is uit de heidense zonnegod religie, en dan specifiek het zonnewende moment.
Afhakend op dit punt brengt hij het op het moment waarop hij Jezus in zijn leven kwam en welke verrijking dat is geweest. Dit gaat zo nog even door waarbij uiteindelijk tegenover elk argument van hem op basis van geloof ik een wetenschappelijke tegenwerping heb, en de pad stelling steeds duidelijker wordt door zijn standaard reactie “Ja, dat weet ik dan niet“. Na een dikke drie kwartier sluiten we op zijn initiatief het gesprek af (Da’s dan eigenlijk een punt voor mij .. gniffel) en met SIRE in mijn achterhoofd schud ik hem vriendelijk de hand en bedank ‘m voor het leuke gesprek.
Door telkens op een padstelling met “Ja dat weet ik dan niet” te reageren en je volgende punt te pakken ontwijk je het echte gesprek en dat is jammer. Daarmee geef je in mijn ogen een heel fout signaal af. Door niet in te gaan op mijn argumenten neem je niet de kans waar om mijn verhaal te ontzenuwen, of om mij te overtuigen. Door die houding wordt het heel gewoon een welles nietes spelletje. En dat is jammer. In mijn leven heb ik tot nu toe een aantal mensen ontmoet die oprecht in Jezus geloven en daar hun leven naar inrichten. Voor die mensen (en ze weten wie dat zijn) heb ik oprecht respect. En daar is helemaal niets mis mee. Ze laten mij in mijn waarde en ik hun in de hunne. Discussies over geloof zijn met dat soort mensen leuk, leerzaam en bovenal uitdagend. Je weet dat je het niet eens bent, maar eens ruiken aan elkaars wereld is goed. Zorgt voor een deel begrip en respect, bij de juiste mensen.
Wat me zo pissig maakt aan deze kwezels die op straat je proberen te overtuigen is de arrogantie. Stel omwille van de discussie dat het Jezus, liefde en de hemel idee klopt. Dan hebben we het over een oppermachtig wezen met toch een serieuze achterban in de hemel die het beste voorheeft de mensen op de wereld.
- Zou dat oppermachtige wezen dan niet in staat zijn om mij als beroepsongelovige te overtuigen van zijn goddelijkheid en macht en doel ?
- Waarom heeft Ie daar zo’n setje onderdanen voor nodig die door de eerste de beste boerenlul met een pokkehumeur in een motorpak onderuit geschoffeld worden?
- Waarom heeft Ie van alle mogelijke vertegenwoordigers uitgerekend die mannekes die zich niet op de hoogte hebben gesteld van de info in het ‘tegenkamp’?
- Waarom doet Ie het zelf niet, als Ie echt de macht heeft die beweerd danwel toegeschreven wordt aan Hem moet dat een koud kunstje zijn toch ?
Op dat soort vragen krijg ik natuurlijk geen direct antwoord noch begint mijn been pijnlijk te trekken als goddelijk signaal.
Maar goed, zelfs al zou ik daarop een antwoord krijgen dan blijft er een vraag over waar ik niets mee kan. Wie denken die kwezels dat ze zijn om te bepalen dat Hij hulp nodig heeft om zijn invloed te verbreiden ? Daarmee zeg je toch in alle arrogantie “dat doen wij wel voor je, dat kan je zelf niet.” waarmee je dus meteen de bron van je eigen overtuiging onderuit schopt ?
“Tja, dat weet ik dan niet”
Gniffel… Een hulpeloze herder bedoel je dus uiteindelijk.
Weet je wat mij zo vervelend lijkt, dan roep je als omnipotente Godheid de Zondag uit als algehele rustdag en net op die dag gaan ze je vereren. Op zich een mooi ding, maar het wordt altijd doorspekt met gebeden.. Here, geef ons.., Here laat ons…, Here steun ons…
Daar staat niet een keer alstublieft biij, op z’n minst onvriendelijk lijkt mij. En op z’n vrije dag. Hoe onnadenkend…
Yep, en niet alleen onnadenkend, maar ook nogal arrogant…