Het duurde even, maar uiteindelijk toch aangekomen. Omtreeks kwart over 10 ’s avond’s was ik er. Na ruim 890 km, 10 en een half uur effectieve reistijd.
De rit in denemarken was soepel en makkelijk, behoudens een stukje eigenwijzigheid van mezelf. Voordat ik de rit had begonnen nog even wat nagekeken mbt reistijden en afstand. Google had twee varianten voor me in petto, een met de boot, en een via de tolweg. De boot was gezien de periode (kartoffel ferien) geen optie. Lange wachtijden zouden maar zo eens m’n deel kunnen worden. Dus de tol weg, op de route de E20 variant genoemd. Na het dumpen van mijn leenspullen (switches, kabels, GPS systeem) onderweg. De laatste keer (voorlopig) langs Roskilde of Tietgenbyen, de laatste keer de grote bruggen over.
Omstreeks 12 uur bij het eerste knooppunt, Kolding. Maar ja, ik had de gps ingeleverd en ik kan als nederlander uitstekend op de sterren navigeren tijdens het zeilen. Daar heb je dus geen donder aan in een auto overdag. Maar goed de route heet de E20, dus met een onwankelbaar zelfvertrouwen de E20 volgen.
Gelukkig ben ik soms in balans en na maar liefst een dikke 30 km won mijn nieuwsgierigheid het van het zelfvertrouwen. Die nieuwsgierigheid werd gevoed door de verwijzingen naar Esbjerg. Mhm.. die naam had ik op de heen weg niet echt vaak gezien. Nou weet ik dat in Esbjerg veel transportbedrijven zijn, dus wellicht dat die naam me daarom zo bekend voorkwam. Maar de twijfel groeit. Auto aan de kant, kaart erbij. Esbjerg erbij zoeken. E20 volgen, kom je inderdaad in Esbjerg terecht. Maar dan wel aan de Noordzee. Niet duitsland. Mezelf vervloekend de route bepaald en weer als de donder terug. Uiteindelijk de grens over en de snelheid omhoog. Richting Hamburg. Half drie zit ik ongeveer 80km voor hamburg, en heb er dan 455 km op zitten. Dus nog even gas geven. Met de duitse autobahn geen echt probleem. Dan nog niet.
In Hamburg gaat het veel trager, voor de Elbbetunnel schiet het niet op. Langzaam voortpruttelend gaan we uiteindelijk de Elbetunnel in om half 4. We , want er rijden nogal wat denen en nederlanders tussen de duitsers. Dan heb ik er 536 km opzitten.
En daar gaat de grote vertraging beginnen. Richting Bremen is er veel onderhoud aan de weg, dus veel banen afgesloten. Gedurende een tig aantal kilometer schiet de ene keer mijn baan op, dan weer de andere baan. En toen viel ze me op. Een vrouw in een auto die elke keer als ze me voorbij kwamen uit het bijrijders raam zat te kijken. En niet omdat ik nou zo’n aantrekkelijke vent ben. Eerst valt het niet op, maar als dezelfde auto je in een uur tijd een keer of 9 inhaalt zie je het. Ze zit telkens in dezelfde houding. Onwillekeurig vraag je je dan af wat daar de reden voor is. Is ze autistisch, of hebben ze net een knetterende ruzie gehad ? Of is ze dood, en heeft d’r vent d’r met de gordel in deze houding vastgezet? Gedurende elke passage zit ze in dezelfde houding, en hetzelfde iets trieste uitdrukking op het gezicht.
Ongeveer 5 uur, passage Bremen. Tien voor half zes, nog 117 km naar Osnabrück. De weg hier is hier weer om de zoveel kilometer opgebroken en gaat van 3 banen naar een of twee. Een en al file. Na 20 minuten ben ik effectief 5 km opgeschoten. Door een rem actie veroorzaak ik in de auto achter mij een echtelijke ruzie. De zon staat laag en dat rijd niet lekker. De auto voor me remt abrupt en ik ga ook vol in de ankers. De auto achter me heeft dat veel te laat in de gaten omdat hij met de zonneklep aan het donderjagen is. Als hij mijn auto ziet stilstaan en ik me voorbereid op een ongeluk remt hij zo hard dan zijn vrouw naast hem voorover richting dashboard kastje duikt. Als ze overeind komt heeft ze iets in de hand waar ze hem mee slaat. Arme donder, probeer je zicht te houden en veilig te rijden is het ook niet goed. Weer een half uur later weer 5 km verder. De duitse fileomroeper speelt vals. Eerst was er sprake van 19 km op dit traject, maar dat splitsen ze op in 10 en 9 km. Ah.. schijnbaar is er ergens een stukje waar je wel even kan rijden. Om kwart voor zeven heb ik er 655 km opzitten.
Je bouwt toch een band op ..
Omstreeks kwart voor negen Osnabrück , nou gaat het flotter. Wel nog opbrekingen, maar de snelheid gaat omhoog. Gestopt om de kop te klaren en wat te eten. Grappig om in het restaurant te zien hoe subtiel het duitse personeel de engelse gasten aan het klieren is. Net de order niet begrijpen, of iets erbij vergeten. Als ik een koppel help om de bestelling in orde te krijgen word ik wat vals aangekeken. Naast mij doet een duitser het zelfde, twee engelse meiden willen pasta met alleen rode saus, en geen vlees. Nadat die grösse mutti door de duitser tot de orde wordt geroepen komt ook hun bestelling in orde.
Kwart over negen de nederlandse grens. Toch nog, inmiddels zit ik 12 uur in de auto en heb ruim 800 km erop zitten. Door het sallandse achterland rij ik naar mijn ouders. De bos bloemen en de chocolade pak ik en loop het huis binnen. Mijn moeder groet op haar speciale manier “Och jongen, wat heb jij een dikke harses ” Ja mam ik ook van jou.
Grinnik, de tegenhanger van ‘Don’t mention the war’ ?
Al met al is het wel een klotenstuk nou ja, met al die opbrekingen.
Misschien is het de volgende keer dat je gaat al klaar 😉
Heerlijk om de reis te lezen. Zelf heb ik deze ook een keer mogen rijden.
Altijd onthouden, Kolding is de kruising van de enige 2 snelwegen 😉